Heenreis en eerste paar dagen

6 september 2019 - Kiambu County, Kenia

Dinsdag 3 september was het eindelijk zover. Ik vertrok voor 7 weken naar Nairobi, Kenia. Pa en ma waren zo lief mij af te zetten op het station in Brussel om half 7 's ochtends. Vandaar vertrok ik met de trein naar Parijs. In Parijs ben ik op het vliegtuig gestapt richting Nairobi. Ik vloog met Kenya Airways (zeker een aanrader). Het was echt een enorm vliegtuig, 34 rijen lang en 9 stoelen breed. Onderweg kregen we typisch Keniaanse snacks en gerechtjes, zeer lekker allemaal. Ik zat aan het gangpadnaast een frans echtpaar, die zoals de meeste fransen geen woord engels spraken, dus als ze naar de wc moesten of even hun benen even wilde strekken, lachte ze heel ongemakkelijk naar mij. Maargoed na 3 films, 2 dutjes en een tijdschrift was ik 9 uur later eindelijk in Nairobi. 

Aangekomen op het vliegveld moest ik eerst mijn visum laten checken. Dit duurde echt een eeuwigheid en het was al 10 uur 's avonds, dus ik was behoorlijk moe. De medewerker had zo te zien geen haast en nam uitgebreid zijn tijd voor dit, oftewel typisch afrikaans. Na de check, kon ik mijn backpack ophalen en werd ik opgewacht door 2 studenten van Aiesec. Aiesec is de organisatie die zulke vrijwilligersprojecten organiseert. Ik ben uitgezonden door Aiesec Tilburg en Aiesec Nairobi vangt me op.

De twee studenten brachten me met een taxi naar het adres waar ik verblijf de komende 7 weken. Tijdens de rit waren er al een paar opvallende dingen. In Kenia rijden ze links, er is niet normaal veel verkeer en op de snelweg staan camera's die foto's maken met flits voor het verkeer te controleren. Het lijkt dus of je de hele tijd wordt geflitst. Aangekomen bij mijn logeer adres kon ik niet meteen door de gate het terrein op, want eerst moesten de waakhonden naar hun hok. Na 5 minuten wachten kon ik door de gate, naar het huis. 

Ik logeer bij de familie van Elsa. Elsa is een studente die lid is van Aiesec. Samen met haar ouders, jongere broertje en zusje woont ze voor Keniaanse begrippen in een luxe huis. Dit huis heeft een beveiliger, een warme douche, een wc met wc-bril, stromend drinkbaar water èn een wasmachine. Het gezin praat in het Engels tegen elkaar, dit is fijn, want zo kan ik ook mee communiceren. Het Engels heeft wel een afrikaans accent en ze praten snel, dus je moet goed luisteren om te volgen. Ook zijn de ouders heel open-mined en zo willen ze ook hun kinderen opvoeden. Het is een fijn huis en een warme familie, ik voel me hier erg welkom. Het huis staat in een beveiligde gemeenschap op een kwartiertje afstand van Nairobi, mits er geen file is, maar dit is eigenlijk altijd het geval.

Woensdag zou ik samen met Elsa om 10 uur vertrekken naar de stad, dit werd uiteindelijk half 2, opnieuw zeer afrikaans. Als ontbijt drinken ze hier thee met melk en gember, smaakt goed. Naar de stad gingen met de bus, genaamd matatu. Dit zijn kleine busjes waar zo'n 30 man in past. De busjes rijden heel vaak, maar rijden niet op schema. Ze vertrekken bij het beginpunt wanneer de bus vol is. In de spits betaal je minder, omdat de busjes dan vlugger volzet zijn. Voor een ritje naar de stad betaal ik 50 schilling, dit is ongeveer 43 cent. Je moet snel in en uitstappen bij de haltes, want voor je het weet zijn ze weer vertrokken. 

Nairobi stad is echt gigantisch. Er woont meer dan 3 miljoen inwoners en er is altijd file. Aan de stad moet ik echt enorm wennen; het is zo ontzettend druk, het stinkt en iedereen staart naar je omdat je wit bent. Elsa showde haar favoriete koffiebar en de universiteit. Daar ontmoete ik andere leden van Aiesec. Mijn dans skills werden al meteen op de proef gesteld, maar ik kan lang niet zo goed met mn heupen schudden als zij doen. Ook stelde ze heel veel vragen, waarvan ook rare, zoals waarom wonen er zoveel joden in Amsterdam en hoezo heeft jouw haar die kleur. Terug naar huis gingen we met een Uber taxi. Als het donker is, raden ze af om met een matatu te gaan. Als avondeten kreeg ik een hamburger, brocoli en aardappelpuree, eigenlijk een typische nederlandse avg.

Afgelopen donderdag ging ik samen met 2 leden van Aiesec voor het eerst naar het schooltje waar ik les zal geven. Hiervoor moet ik 2 matatus nemen, de trip duurt ongeveer 1.5 uur. De reis vind ik een hele uitdaging. Je moet zorgen dat je de goede bus hebt en dat valt niet mee in zo'n  drukke stad. Het staat namelijk niet netjes aangegeven waar ze naar toe gaan. Ook zijn de wegen slecht en de busjes laag, dus je moet oppassen dat je niet je hoofd stoot. Verder toeteren de chauffeurs continu.

Het schooltje ligt in een typisch sloppenwijk hoe je dit van tv kent. Ik vond het heel heftig om te zien allemaal. De huisjes bestaan uit uitgerolde olievaten en golfplaten daken. Mensen lopen met kapotte kleren, geen schoenen en dieren lopen overal. Ook ligt er overal afval. Opweg naar het schooltje zag ik 3 jongens van ik denk 8 jaar spelen met één skeeler. In Nederland kan je dit tafereel echt niet voorstellen. Toen ik voor het eerst aankwam bij de school, kwamen er al meteen kinderen op me af rennen. Daar ontmoete ik ook de directrice. Ze vertelde dat het schooltje net was verhuisd, omdat ze de huur van het vorige pand niet kon betalen. Nu bestaat de school uit 5 lokalen van ik denk 6 m2, gemaakt van golfplaten. In totaal zijn er 65 leerlingen en 5 docenten. Omdat er te weinig docenten zijn, zitten een aantal klassen samen. 

Vrijdag had ik mijn eerste lesdag. Ik vond het een hele uitdaging om alleen naar het schooltje te reizen, maar ik ben heel aangekomen. Vanwege de drukte ben ik ongrveer 1.5 uur onderweg. Ik moest de kinderen van 13 en 14 jaar lesgeven, omdat zij momenteel geen docent hebben. Ik geef voornamelijk les in wiskunde en engels. Verder krijgen de kinder science, swahilisch en religion. De grootste uitdaging in lesgeven vind ik voornamelijk het lesmateriaal.  Mijn klas bestond uit 8 kinderen en ze hebben voor elk vak 1 boek. Daarom moet je alles samendoen. In de pauzes speel ik vooral met de allerkleinste. Verstaan doen ze mij niet, want ze spreken nog amper Engels, maar we dansen en spelen spelletjes. Speelgoed is er niet, dus ze maken bijvoorbeeld balletjes van plastic of spelen met een frame van een kapotte stoel. 

Meer foto's volgen nog. Ik durf nog niet overal foto's te maken. Ook raden ze het hier af om als wit persoon je telefoon in het openbaar te gebruiken.

Tot later!